De beroepsgroep van controlerende accountants ligt onder vuur. Niet alleen bij Vestia, maar ook bij beursfondsen als Imtech, SNS Reaal, DEMB (Douwe Egberts), Innoconcepts, VanderMoolen, Fortis, Ahold, Landis en LCI hebben accountants steken laten vallen.

Het is begrijpelijk dat gedupeerde beleggers ook hun pijlen richten op de Big 4, in de hoop een deel van hun verliezen te verhalen. Het is net zo begrijpelijk dat de accountantskantoren die aansprakelijkheid proberen te beperken of ontlopen. Daarbij wijzen ze naar de hoofdschuldigen (falende of misleidende bestuurders en commissarissen) of roepen in koor dat “tegen fraude geen kruid gewassen is”. Soms zijn IFRS-regels het excuus, die een betekenisvolle rapportage in de weg zouden staan.

Wel medeverantwoordelijk

Inderdaad, accountants zijn niet de hoofdschuldigen, maar als laatste vangnet zijn ze wel medeverantwoordelijk voor de genoemde debacles. Eerdere opsporing van foute cijfers of fraude had de schade beperkt. Bestuurders actief stimuleren interne controlemechanismes te versterken had schade zelfs kunnen vermijden.

Wat het tweede excuus betreft, is het correct dat niet iedere fraude vermijdbaar is, maar het fatalisme dat tegen fraude geen kruid gewassen is, gaat te ver. En wanneer IFRS-cijfers misleidend zijn, zou een accountant ze via een toelichting moeten (laten) bijstellen.

Van alle kanten komen goede, maar vaak ingrijpende suggesties waarmee accountants de kwaliteitsslag kunnen maken. Gelukkig hoeven we niet een decennium te wachten alvorens de kans op en impact van debacles afneemt. Als we nu de volgende praktische maatregelen implementeren, tel ik mijn zegeningen:

1. Een accountant geeft pas zijn goedkeurende verklaring als hij klaar is. Bij Landis tekende hij toen hij de controles nog niet had afgerond. Bij VanderMoolen kwam een goedkeurende verklaring, terwijl de continuïteitsevaluatie nog moest gebeuren.

2. Als een accountant ziet dat strikte toepassing van IFRS misleidend is, dringt hij aan op een extra toelichting in de jaarrekening. Zo waren er bij de vastgoedwaarderingen conform IFRS genoeg kanttekeningen te plaatsen bij SNS Reaal. Idem voor derivaten bij Vestia.

3. Een accountant graaft dieper als hij rode vlaggen ziet, zoals achterblijvende kasstromen, escalerend werkkapitaal, hoge (autonoom of via overnames) groei, afwezigheid van een interne auditdienst en wanneer de financiële directeuren van werkmaatschappijen niet rapporteren aan de Group Controller. Al deze rode vlaggen speelden bij Imtech.

4. Indien een accountant is betrokken bij een schandaal, geeft hij niet alleen de schuld aan de onderneming, fraudeurs of IFRS en gaat zich niet meteen juridisch ingraven. Een morele erkenning is het begin van de oplossing, waarmee hij mentaal open staat voor kwaliteitsverbetering. Gedupeerde beleggers kunnen daarnaast hopen dat een schuldbewuste accountant sneller schikkingsbereid is, in plaats van elkaar jarenlang in de rechtbank te bevechten. En als procederen onverhoopt toch noodzakelijk blijkt, doet een accountant dit met open vizier. Misleidende tactieken zoals Deloitte inzake Ahold hanteerde in de onderhandelingen met de VEB en in de procedure met SOBI, zijn dan uit den boze.

Integer je werk doen. Kwaliteitsverbetering is geen rocket science.

Errol Keyner is adjunct-directeur bij de Vereniging van Effectenbezitters (VEB), maar schrijft dit artikel op persoonlijke titel.

Dit artikel is oorspronkelijk verschenen op z24.nl